Borstkankerrisico en screeningsadviezen in CHEK2 families

14 maart 2024

Tegenwoordig wordt door de klinische genetica gebruik gemaakt van CanRisk: een online rekenmodel om het borstkankerrisico beter in te schatten voor vrouwen. Door de familiegeschiedenis voor borstkanker in te voeren, in combinatie met de CHEK2 c.1100delC variant, kan het risico individueel en nauwkeuriger worden bepaald. Op basis daarvan zal een screeningsadvies gegeven worden.

Naast familiegeschiedenis en dragerschap van de CHEK2 variant, kunnen in het model ook andere factoren meegenomen worden, zoals de polygenetische risico score (PRS: totaalsom van bekende kleine veranderingen in het DNA, die gezamenlijk ook een voorspeller zijn voor borstkankerrisico), hormonale en leefstijlfactoren (uit de Hebon vragenlijst, waaronder alcohol gebruik, lengte en gewicht, leeftijd bij start menstruatie, overgang , en pilgebruik) en borstklierdichtheid, borstdensiteit genoemd (afgeleid van een borstfoto (mammogram)). Omdat deze risicofactoren in de praktijk nog niet standaard worden ingevoerd in het CanRisk model, hebben we in ons onderzoek gekeken welk effect dit zou hebben op de risicoschattingen en bijbehorende screeningsadviezen in families met een CHEK2 variant.

Hiervoor hebben we de Hebon vragenlijsten opgevraagd van 58 draagsters en 59 niet-draagsters uit CHEK2 families en de PRS bepaald in bloed. Ook hebben we – voor zover beschikbaar - de gegevens over de borstdensiteit verzameld; van 40 draagsters en 18 niet-draagsters. Hiervoor hebben alle vrouwen in dit onderzoek vooraf  toestemming gegeven door deelname aan de Hebon studie. Naast familiegeschiedenis en de aan- of afwezigheid van de CHEK2 variant, hebben we stap voor stap extra factoren toegevoegd: (1) PRS; (2) PRS en de (risico)factoren uit de vragenlijst; en (3) alle factoren, inclusief de borstdensiteit.

Het toevoegen van de PRS aan het model gaf de grootste verandering in het borstkankerrisico: 20 van de 58 (34.5%) draagsters en 21 van de 59 (35.6%) niet-draagsters zouden in aanmerking komen voor een ander borstcontrole advies. Het toevoegen van de hormonale en leefstijlfactoren uit de vragenlijst zorgde voor een extra verandering bij 11 van de 55 (20.0%) draagsters en 8 van de 53 (15.1%) niet-draagsters. Toevoegen van de borstdensiteit naast de andere factoren veranderde het screeningsadvies bij 9 van de 39 (23.1%) draagsters en 5 van de 18 (27.8%) niet-draagsters. Alles bij elkaar genomen, zou een deel van de draagsters op een latere leeftijd kunnen starten met borstcontroles dan wanneer alleen familiegeschiedenis en de aanwezigheid van de CHEK2 variant worden meegenomen.

Samengevat, laat dit onderzoek zien wat het gebruik van het CanRisk model kan betekenen voor vrouwen uit families waar een CHEK2 variant voorkomt. Toepassing van de PRS (als extra genetische test) lijkt de grootste invloed te hebben op het borstkankerrisico en bijbehorende screeningsadvies. Ook hormonale en leefstijlfactoren en de borstdichtheid zijn van invloed op het risico, waarbij we er wel rekening mee moeten houden dat deze factoren meestal nog veranderen in de loop van het leven. Een volgende stap is een studie waarin het gebruik van meerdere of alle factoren in CanRisk in heel Nederland zal worden geïntroduceerd en geëvalueerd.

Het hele artikel is via deze link te lezen: The benefit of adding polygenic risk scores, lifestyle factors, and breast density to family history and genetic status for breast cancer risk and surveillance classification of unaffected women from germline CHEK2 c.1100delC families - The Breast (thebreastonline.com)