Update HARMOny studie

3 oktober 2024

In de HARMOny studie is er gekeken naar de lange termijn effecten van het preventief verwijderen van de eierstokken, voordat de natuurlijke overgang begonnen is. De HARMOny studie is een landelijke, multicenter, cross-sectionele studie, met prospectieve follow-up. Er is samengewerkt met een multidisciplinaire groep van gynaecologen, klinisch genetici, cardiologen en specialisten op het gebied van interne geneeskunde, radiologie, laboratoriumgeneeskunde, nucleaire geneeskunde, epidemiologie en statistiek. Er zijn 500 vrouwen die preventief hun eierstokken en eileiders hebben laten verwijderen (een PBSO) vóór 46 jaar, meer dan 10 jaar sinds de operatie (de premenopauzale PBSO groep), vergeleken met 250 vrouwen met een PBSO na 54 jaar (de postmenopauzale PBSO groep).

Aan deze vrouwen is gevraagd om een (online) vragenlijst in te vullen over o.a. hun gezondheid, medische voorgeschiedenis en medicijngebruik, en hun obstetrische voorgeschiedenis. Verder bevatte de vragenlijst enkele gevalideerde sub-vragenlijsten over menopauzale klachten, seksueel functioneren en urineverlies. Naast deze vragenlijst kregen de deelneemsters een uitnodiging voor een online cognitietest, en werden ze uitgenodigd voor een aantal metingen in het ziekenhuis: er werd bloed afgenomen voor onderzoek, er werd een CT-scan gemaakt om de calcificaties rondom het hart te meten, er werd een botdichtheidsscan gemaakt, en vrouwen werden gezien voor meting van onder andere bloeddruk en lengte/gewicht en een gesprek over de studie en eventuele vragen die er nog waren.

Resultaten van het onderzoek naar seksueel functioneren, urineverlies en geheugen 15 jaar na het verwijderen van de eierstokken
De bevindingen met betrekking tot seksueel functioneren, urine incontinentie en cognitief functioneren, zijn over het algemeen geruststellend. Kort na een premenopauzale PBSO kunnen vrouwen minder plezier en meer ongemak tijdens seksuele activiteit verwachten. Ook zien we dan een verminderd cognitief functioneren in vergelijking met leeftijdsgenoten. Gelukkig zien wij in onze studie dat, op de lange termijn (gemiddeld 15 jaar na PBSO), de timing van PBSO (dat wil zeggen premenopauzaal versus postmenopauzaal, en vroeg premenopauzaal versus later premenopauzaal) geen invloed had op seksueel genot, urine-incontinentie en objectief cognitief functioneren. We observeerden echter wel meer vaginale droogheid, seksueel ongemak, meer stress incontinentie en een slechter subjectief cognitief functioneren bij vrouwen met een premenopauzale PBSO vergeleken met vrouwen met een postmenopauzale PBSO. Deze verschillen waren echter klein, en hoewel ze statistisch significant waren, kan er over gediscussieerd worden of ze klinisch relevant zijn.